Aki Watano

Boerenkool met stokjes

Moet je ‘de kromme spijker recht slaan’ – zoals een Japanse zegswijze luidt – of is een spijker juist mooi als hij krom is? Je wilt het liefst een ‘gewone’ Nederlander zijn, maar als je in de spiegel kijkt zie je iets anders. Waarom kan dat zó confronterend zijn dat je ervan weg wilt rennen… Aki wordt geboren als kind van Japanse ouders in het Amsterdam-Noord van de jaren zeventig. Met haar Aziatische uiterlijk valt ze meer op dan haar lief is, en van jongs af aan doet ze verwoede pogingen haar Japanse achtergrond te negeren. Ze plakt haar oogleden vast om ze ronder te laten lijken en smeekt de kapper om krullen in haar steile zwarte haar. Aki snakt naar warmte en erkenning, maar wordt door haar moeder – die moeite heeft met de emoties van haar dochter − op afstand gehouden. Pas jaren later realiseert ze zich hoe het voor haar moeder geweest moet zijn, als Japanse in Nederland. Het is Aki’s voorliefde voor excentriekelingen en dwarsdenkers – van een Japanse modeontwerper in Pino-pak, een nudistische vader van een vriendin tot een zweeftherapeut met bijbehorende kanarie – die haar de moed geeft om zich te verdiepen in het Japanse deel van zichzelf. Dit is een verhaal over acceptatie van jezelf. Van je eigen, maffe, ongewone en tegelijk doodgewone zelf.

Boerenkool met stokjes | Aki Watano | 13 x 21,5 cm |  272 blz. | paperback | € 22,50 | ISBN 9789493095984